Claes Dircx van Balckeneynde (1600-1664)

Architect van het Hollands Classicisme

Den Haag was in de Gouden Eeuw het politieke machtscentrum. Het dorp was na de opstand tegen de Spaanse koning Filips II het bestuurlijke centrum van de Republiek. Hier was de zetel van de Staten-Generaal, de Staten van Holland en het hoogste provinciale gerechtshof, de Hof van Holland. Ook was het de verblijfplaats van de Oranjes. Stadhouder Frederik Hendrik prins van Oranje (1584-1647) en zijn secretaris Constantijn Huygens (1596-1687) stimuleerden de bouwkunst en trokken talentvolle innovatieve architecten aan, zoals Jacob van Campen (1596-1657) en Pieter Post (1608-1669). Talloze stadspaleizen voor diplomaten en regenten werden in Den Haag gebouwd en aan de Vliet en op de strandwallen verrezen buitenhuizen met imposante tuinen. Grote bouwprojecten werden in het centrum van Den Haag gerealiseerd op het Plein en het Binnenhof.

Claes Dircx van Balckeneynde (1599/1600-1664) werkte in deze tijd, waarin de bouwnijverheid hoogtij vierde, als stadsbouwmeester samen met de architect Pieter Post. Hij werkt in de stijl van het Hollands classicisme. Deze stijl was gebaseerd op de klassieke oudheid. Ideeën van de Griekse, Romeinse en Renaissance architectuur werden gecombineerd met de inheemse baksteenarchitectuur. Zo vinden ideeën van Vitruvius, Palladio en Alberti in de Republiek een goede voedingsbodem in de Hollandse architectuur. Zowel de harmonieuze verhoudingen als de ornamentiek zijn op de Klassieke Oudheid gebaseerd.

Van Balckeneynde bouwde Paleis Noordeinde, Huis ten Bosch, het Catshuis, de Sint Sebastiaansdoelen (het Haags Historisch Museum), Huygensmuseum Hofwijck, maar ook zijn eigen stadspaleis op het Plein en het huis aan de Dunne Bierkade 18, dat onderdeel is van het Buitenmuseum. Bovendien was hij de schoonvader van Paulus Potter, zijn buurman.

Claes Dirckszoon van Balckeneynde (1599/1600-1664) was aannemer-architect en een medewerker van Pieter Post. Van Pieter Post zijn inmiddels 277 ontwerpen bekend, van omvangrijke gebouwen zoals enkele stads- en dorpskerken tot het stadhuis van Maastricht en paleis Huis ten Bosch. Overigens heeft hij ook veel verbouwingen op zijn naam staan, zoals van het Paleis Noordeinde, of uitbreidingen zoals de Statenzaal van het Binnenhof-complex. Doorgaans nam Van Balckeneynde bij de samenwerking het technische ontwerp voor zijn rekening.

In 1634 kocht Van Balckeneynde met anderen een perceel grond aan het Plein om er een huis te bouwen. 

Op 17 oktober 1636 kreeg hij tevens een grote opdracht voor 24.800 ponden om een nieuw gebouw voor de Sint Sebastiaansdoelen aan de Hofvijver. Van deze gunning is in datzelfde jaar door Jan van Ravesteyn een schilderij gemaakt waarop het voltallige stadsbestuur is afgebeeld en waarop ook Van Balckeneynde te zien is. In het gebouw van de Sint Sebastiaansdoelen is het Haags Historisch Museum gevestigd.

Een tweede woonhuis van de stadsarchitect (hoofd gemeentewerken) Van Balckeneynde  vinden we aan de Dunne Bierkade 18. Dit zogenaamde Van Balckeneynde Huis is in 1638 gebouwd naar een ontwerp van Pieter Post (1608-1669) in Hollands classicistische stijl. Het huis getuigt van een zuivere maatvoering en harmonie en past als voornaam woonhuis bij de rijkdom en status van de familie. Hier, aan de rand van de stad was het goed wonen met een weids uitzicht op Delft. Achter het huis was de timmermanswerf. Bouwmaterialen werden via de grachten en de Vliet vervoerd. Bijzonder aan het huis is de unieke en geheel in natuursteen uitgevoerde voorgevel. 

Het huis is van een unieke schoonheid en dateert uit de bloei van de Gouden Eeuw. De samenwerking van de beide architecten resulteerde in de bouw van veel indrukwekkende paleizen, stadspaleizen en buitenhuizen voor opdrachtgevers zoals de stadhouder Frederik Hendrik (1584-1647) en zijn echtgenote Amalia van Solms (1602-1675), maar ook voor veel rijke burgers zoals kooplieden, bankiers en invloedrijke bestuurders uit de Republiek. Huizen, die in de stadsgezichten van Jan van Goyen een belangrijke rol spelen. Van Balckeneynde’s beroemdste werken zijn het Catshuis, de ambtswoning van onze minister-president en de bouw en verbouw van de vele paleizen van het Koninklijk Huis.

Zodra je in het Van Balckeneynde Huis over de drempel stapt ben je direct terug in de Gouden Eeuw. Neem bijvoorbeeld een kijkje in de keuken; de plavuizen vloer, het oude fornuis, het koperwerk, de waterpomp en het zeer lage eikenhouten plafond geven het vertrek een nostalgische sfeer. Maar wat nog het meest opvalt is de tegelcollectie. Het grote tegelveld met diverse kinderspelen en de tegelclusters met verschillende taferelen (bouwfragmenten uit het Spui Kwartier) zijn een sprekend voorbeeld van de ontwikkeling van de Hollandse tegel vanaf het moment dat de eerste Hollandse pottenbakkers op grote schaal tegels produceerden tot en met de negentiende eeuw, de eeuw waarin een revival van de oud-Hollandse tegel zijn opkomst maakt.

Er is geen overzichtswerk van Van Balckeneynde. Wel wordt hij in diverse publicaties
genoemd (bijv. als bouwer van Huygens’ Hofwijck en het Catshuis).