Objectnummer: JvG5

Nota Bene: connectie naar Immaterieel Erfgoed, Oud Hollandse muziek

Omschrijving: virginaal. Dat is de voorloper van het clavecimbel, en wordt wel “de piano van de 17e eeuw” genoemd. Adel en rijke burgers haalden destijds zo’n instrument in huis, en op de schilderijen van onder andere Vermeer staan ze afgebeeld. Typerend voor interieurschilderijen uit onze Gouden Eeuw is de vanzelfsprekende aanwezigheid van muziekinstrumenten in het Nederlandse woonhuis in die tijd. Omdat we in het Buitenmuseum juist de woonsfeer van de 17e eeuw willen benaderen, hoort dit instrument er echt bij.

Het is niet zomaar een virginaal, maar een muselaar. Bij een gewone virginaal wordt, net als bij clavecimbels, de snaar aangetokkeld aan het begin van de snaar. Bij een muselaar worden de snaren halverwege de snaar aangetokkeld, wat een veel muzikalere klank geeft, het is zangeriger, muzischer. Bij een muselaar zit het korte toetsenbord rechts, bij een gewone virginaal meestal links. Op de schilderijen van Vermeer, waar het toetsenbord rechts zit, is dus sprake van een muselaar.

Op de foto’s is het jaartal 1643 te zien. Ook staat er “Andreas Ruckers.me.fecit.Antverpia”. Vader, zonen en kleinzoon Ruckers waren Antwerpse bouwers van toetsinstrumenten en gelden wel als de Stradivarius onder de clavecimbelbouwers en de virginalen.

Op het bovenblad staat te lezen:

In te Domine speravi

non confundar i aeternu

Het is het slot van het Te Deum, ontleend aan psalm 71 (70). Het laat zich vertalen als: Op U, Heer heb ik vertrouwd, in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.

Nog wat weetjes:.

–          Het toetsenbord bij een virginaal telt (bijna) 4 octaven.

–          De bovenkant van de toetsen is gemaakt van been.

–          De gebruikte houtsoort is populier, dat bleek het beste voor de klank destijds. Maar daardoor is de kist ook niet zo zwaar, en dus praktisch bij vervoer.

–          De versieringen op de kist zijn gemaakt op handbedrukt papier. Bij sommige virginalen staan op de klep ook landschappen geschilderd, maar voor de klank bleek destijds bedrukt papier beter. Alleen de bloemetjes op het bovenblad zijn (dun) geschilderd.

–          De oorspronkelijke vergulde zwierige versieringen op de zwarte buitenkant van de kist zijn vervaagd.

–          Piano’s en tegenwoordige muziekinstrumenten zijn een halve toon hoger gestemd, op a1=440 Hz. Maar destijds was a1=415 Hz de normale stemming. Is dat dan niet lastig bij huisconcertjes? Niet als je met een barokviool speelt. Maar het instrument kan ook hoger worden gestemd, op de huidige stemming. Erg praktisch dus.

–          Van alle toetsinstrumenten die de familie Ruckers destijds gebouwd heeft, zijn er nog 130 over. Waaronder dus ook enkele virginalen en muselaars.  Die staan in de grote musea over de hele wereld.

–          Het origineel bevindt zich in het Kunstmuseum, die heeft een te grote zeldzaamheidswaarde en wordt daar in de kelders bewaard onder bijzondere klimatologische omstandigheden. In 1976 heeft een clavecimbelbouwer hem minutieus nagebouwd, met voortdurende adviezen van kenners uit de wereld van de Oude Muziek. Wij verkregen het instrument van de erven.

https://www.youtube.com/watch?time_continue=27&v=rZkf8aoQ560